Ontwikkelingsachterstand kan het gevolg zijn van een erfelijke aandoening of een combinatie van een erfelijke aandoening en omgevingsfactoren. Maar een ontwikkelingsachterstand kan ook veroorzaakt zijn door een niet-erfelijke (aangeboren) aandoening, waarbij omgevingsfactoren een rol spelen.
Erfelijke aandoeningenEen erfelijke aandoening is een ziekte waar je mee geboren wordt. Het wordt veroorzaakt door een afwijkingen in het erfelijk materiaal, het DNA. Dit kan leiden tot een ontwikkelingsachterstand. De ontwikkelingsachterstand kan ook ontstaan zijn door een combinatie van erfelijkheid en bijvoorbeeld alcohol-, medicijn- of drugsgebruik. Ook infectieziekten of problemen tijdens de bevalling kunnen een rol spelen bij het ontstaan van een ontwikkelingsachterstand. Een erfelijke afwijking of aandoening is onder te verdelen in:
• chromosoomafwijking – afwijking in het aantal of de structuur van de chromosomen
• monogene aandoening – afwijking in één gen
• multifactoriële aandoening – combinatie van afwijking in genen en invloeden van buitenaf Niet-erfelijke aandoeningen
Een kind kan ook een ontwikkelingsachterstand oplopen door een niet-erfelijke aandoening. Invloeden van buitenaf spelen dan een grote rol bij de ontwikkeling van een kind. Gezins- en familieomstandigheden, alcohol, roken, mishandeling en andere invloeden kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid en de ontwikkeling van een kind. De hechting van een kind aan zijn vaste verzorgers is eveneens belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Een kind dat zich veilig voelt bij zijn vaste verzorgers kan onbekommerd spelen. De kwaliteit van de hechting is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Onveilig gehechte kinderen kunnen een grotere kans hebben op gedragsproblemen of gedragsstoornissen en/of een achterstand oplopen in de sociaal-emotionele ontwikkeling.